Ga na hoe het kind de som uitrekent. Telt het kind beide termen nog? Op zich goed maar dit moet wel vlot gaan. Pas dan kan de volgende stap genomen worden. Stimuleer snellere methoden.
Zeg:
1) Probeer eens heel vlug antwoord te geven.
2) Ik houd er nu wat voor, je kunt het maar heel even zien.
Desnoods:
3) Kun je het ook raden?
Eventueel:
4) Zonder tellen?

. De tijd dat de stippen zichtbaar zijn wordt steeds korter. Zeg dan eventueel: Nu gaan ze sneller..
Doe de sommen meerdere keren zodat het kind de hoeveelheden herkent zonder te tellen. Hoeveelheden die het kind nog telt eigenlijk niet aanbieden. Ga dan dobbelen of dobbelstenen inkleuren.

Geen link.